
7 Stappen na je EED-audit: van rapport naar energiebesparing

WEii-score uitgelegd: zo meet je de werkelijke energie-intensiteit van gebouwen

BENG-eisen en energieprestatie: normen, tips en toekomstvisie 2050

De Europese richtlijn voor energie-efficiëntie (EED) wordt halverwege 2026 herzien. Daarmee veranderen de regels rond de energie-auditplicht voor bedrijven ingrijpend. Waar voorheen de omvang van de onderneming bepalend was voor de verplichting, ligt de nadruk in de herziene richtlijn op het daadwerkelijke energieverbruik. De nieuwe regels vragen om meer inzicht en actie maar bieden ook kansen om structureel energie te besparen en duurzame investeringen beter te plannen.
De EED (Energy Efficiency Directive) is een Europese richtlijn die lidstaten verplicht om energie-efficiëntie te bevorderen.
Bedrijven die onder de EED-auditplicht vallen, moeten iedere vier jaar een energie-audit uitvoeren. In die audit wordt het totale energieverbruik in kaart gebracht, van gebouwen en installaties tot processen en vervoer, én worden kosteneffectieve besparingsmaatregelen voorgesteld.
Tot nu toe gold de auditplicht voor “grote ondernemingen” met meer dan 250 medewerkers of een jaaromzet boven € 50 miljoen en een balanstotaal boven € 43 miljoen.
De herziene richtlijn maakt hier een einde aan.
De herziene EED-richtlijn verschuift de focus van bedrijfsomvang naar werkelijk energiegebruik. Het gaat dus niet langer om hoe groot een organisatie is, maar om hoeveel energie zij daadwerkelijk verbruikt.
De nieuwe drempelwaarden worden:
EED-auditplichtige ondernemingen: gemiddeld jaarlijks energieverbruik van meer dan 10 TJ maar minder dan 85 TJ
EBS-plichtige ondernemingen (Energiebeheersysteem): gemiddeld jaarlijks energieverbruik van meer dan 85 TJ
Door deze wijziging kunnen ook middelgrote bedrijven met een relatief hoog energiegebruik onder de auditplicht vallen.
De herziene EED-richtlijn moet uiterlijk medio 2026 worden opgenomen in de Nederlandse wetgeving.
Bedrijven die hierdoor voor het eerst onder de auditplicht vallen, krijgen één jaar de tijd om hun eerste energie-audit uit te voeren en in te dienen.
Voor ondernemingen die boven de 85 TJ per jaar verbruiken en dus een energiebeheersysteem moeten hebben (EBS-plicht), geldt een langere overgangsperiode: tot uiterlijk 11 oktober 2027.
Organisaties die binnen de nieuwe drempelwaarden vallen, moeten elke vier jaar een energie-audit uitvoeren. Deze audit omvat:
Een volledig overzicht van het energieverbruik van gebouwen, installaties, processen en vervoer
Analyse van verbruiksprofielen (bijvoorbeeld dag/nacht of werk-/niet-werkdagen)
Een overzicht van besparingsmaatregelen, inclusief verwachte besparing, investering en terugverdientijd
Een actieplan voor de uitvoering van maatregelen
Een jaarlijkse voortgangsrapportage
De audit wordt digitaal ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) via eHerkenning.
Niet elke organisatie hoeft een energie-audit uit te voeren. Er bestaan vrijstellingen wanneer een onderneming al structureel aan energiebesparing werkt binnen een erkend kader.
ISO 50001 – Energiebeheersysteem
Een organisatie die werkt met een ISO 50001-gecertificeerd energiebeheersysteem is vrijgesteld van de auditplicht.
ISO 50001 is een internationale norm die helpt om energieverbruik continu te monitoren, te analyseren en te verbeteren.
Met dit systeem:
Breng je het energiegebruik structureel in kaart;
Stel je meetbare doelstellingen vast voor besparing;
Voer je verbetermaatregelen uit volgens een Plan-Do-Check-Act-cyclus;
Leg je jaarlijks verantwoording af via managementreviews en audits.
Kort gezegd: ISO 50001 maakt van energie-efficiëntie een vast onderdeel van de bedrijfsvoering. Daarmee voldoet je organisatie automatisch aan de kernverplichtingen van de EED.
Energieprestatiecontract (EPC)
Een andere manier om vrijstelling te krijgen is via een energieprestatiecontract (EPC).
In zo’n contract sluit een organisatie een bindende overeenkomst met een gespecialiseerde partij die zich committeert aan een gegarandeerde energiebesparing.
Het EPC bevat onder andere:
Een nulmeting van het energieverbruik;
Een overeengekomen besparingsdoel (bijvoorbeeld 25 % binnen 5 jaar);
Duidelijke prestatieafspraken over monitoring, onderhoud en rapportage;
Een financieel model waarbij de besparingen de investering dekken.
Een geldig EPC dat voldoet aan de Europese voorwaarden kan door RVO worden erkend als alternatief voor de energie-audit. De voorwaarden zijn te vinden op de website van het RVO.
De Groene Jongens ondersteunt organisaties bij het voldoen aan de EED-auditplicht — van het opstellen van het energie-auditrapport tot het implementeren van structurele verbeteringen.
Onze adviseurs combineren technische kennis met strategisch inzicht, zodat de audit niet alleen een verplichting is, maar een kans om energie te besparen, kosten te verlagen en duurzaam te groeien.
We beschikken over uitgebreide kennis en ervaring in het uitvoeren van EED-audits bij uiteenlopende organisaties, van vastgoedportefeuilles tot productiebedrijven.
Wil je meer weten over de huidige EED-richtlijnen? Neem dan ook vooral een kijkje op onze dienstenpagina over de EED-auditplicht!